In het bijzonder vraagt DUFAS aandacht voor een verdere verduidelijking dat de beleggingen die haar leden voor klanten beheren buiten de scope van de WIVO vallen. Hetzelfde zou ook moeten gelden voor de activiteiten die aan deze beleggingen zijn gerelateerd, zoals engagement, stemmen op aandeelhoudersvergaderingen en het formuleren van uitsluitingenbeleid. Een tweede aandachtspunt is de vraag of de ACM ook de toezichthouder zou moeten zijn voor gereguleerde financiële ondernemingen. DUFAS is van mening dat de AFM voor haar leden de aangewezen toezichthouder is, omdat de WIVO-vereisten sterk verwant zijn aan andere wetgeving voor de financiële sector waarop de AFM reeds toezicht houdt. Daarmee worden verschillen in interpretatie en in uitvoering van het toezicht voorkomen.
Tot slot merkt DUFAS op dat de WIVO opnieuw laat zien dat de uitvoering van het toezicht op financiële ondernemingen niet los te zien is van het publieke belang dat het toezicht hiermee dient. Het ligt daarmee voor de hand dat ook de overheid voor dit toezicht een financiële bijdrage levert, zoals DUFAS eerder al heeft bepleit.
De gehele reactie kan hier worden gelezen.