Het VK is officieel uit de EU gestapt. Voordat dit mogelijk was, moesten zij eerst tot een akkoord komen. In dit akkoord hebben zij afspraken opgenomen over de nieuwe regels tussen de EU en het VK. Deze regels gaan over de nieuwe samenwerking en hoe de handel tussen de EU en het VK eruit gaat zien. Sinds 1 januari 2021 moet iedereen zich aan deze regels houden. Zo zijn afspraken gemaakt voor de visserij en luchtvaart. Maar voor de financiële sector is dit niet gebeurd. Hierdoor zijn bankiers uit de VK hun zogeheten ‘equivalentie’ verloren; de EU erkent bankiers uit de VK niet meer.
Equivalentie zorgt ervoor dat de EU-regels gelijk zijn aan die van de VK en vice versa. Voor Europese financiële partijen die handelen in het VK geldt deze equivalentie nog wel. Maar andersom is dat sinds de Brexit niet meer het geval. De toegang van bedrijven uit het VK tot Europa is hierdoor drastisch ingeperkt. Want in het Brexit-akkoord is vrijwel niets voor deze Britse bedrijven geregeld. Zij kunnen vanaf nu niet meer onbeperkt actief zijn in de rest van Europa.
Het VK hoopt uiteindelijk haar equivalentie terug te krijgen van Brussel. Wanneer dit gebeurt, kan het VK een deel van de activiteiten voor Europese klanten alsnog vanuit Londen uitvoeren. Tot die tijd moeten de bedrijven uit het VK het doen met het zogenaamde hard-Brexit-scenario. Hierdoor ziet de EU het VK als derde land.
Bronvermelding
Rijksoverheid, DNB, Financieel Management en FD.