Welke beleggingen als duurzaam kunnen worden aangemerkt, is nog steeds breed gedefinieerd door de Europese wetgever en is sinds de inwerkingtreding van de SFDR continu in beweging. Ook nu nog, aangezien interpretatievragen rond sustainable investments nog steeds voorligt bij de Europese Commissie (EC). Invulling van dit begrip is met name van belang voor de kwalificatie van artikel 9-SFDR-beleggingsfondsen, die volgens de wetgever alleen mogen bestaan uit sustainable investments. Het ontbreken van exacte invulling geldt ook voor het begrip 'do not significantly harm' (DNSH). Ook invulling en reikwijdte van dit begrip is aan interpretatie onderhevig en niet eenduidig ingekleurd onder de SFDR.
In afwachting van verdere invulling van het begrip 'sustainable investments' is het aan assetmanagers om te bepalen welke beleggingen wel en welke niet duurzaam zijn. Het is ook aan assetmanagers hoe DNSH wordt toegepast op artikel 9-producten.
Voor veel assetmanagers worden beleggingen in fossiele bedrijven niet als duurzaam beleggen bestempeld. Maar er zijn ook assetmanagers die beleggingen in fossiele bedrijven aanmerken als duurzaam. Bijvoorbeeld als een fossiele bedrijf een positievere bijdrage aan de energietransitie leveren dan haar concurrenten - 'best in class' - of als er met de belegging in combinatie met engagement bedoeld wordt het fossiele bedrijf te helpen verduurzamen, of als die fossiele bedrijven een geloofwaardig transitieplan naar net zero hebben. Met name dit laatste is volgens de letter van de SFDR, tot op heden, niet uitgesloten.
DUFAS pleit voor meer duidelijkheid over de exacte duurzaamheidseisen. Zowel voor het begrip 'sustainable investment' als het begrip 'DNSH'. Het is nu lastig dat de regels in de SFDR te verschillend worden geïnterpreteerd. Niet alleen op nationaal niveau, maar juist op internationaal niveau. Wij adviseren onze leden voorzichtig te zijn met de classificatie van artikel 9-fondsen, als op voorhand niet enige mate van zekerheid bestaat dat de beleggingen in het fonds ook daadwerkelijk nu maar ook in de toekomst als duurzaam kan worden beschouwd.
Overigens staat de peildatum van het onderzoek op 30 juni 2022 en daarmee zijn er waarschijnlijk ook fondsen meegenomen die onderhand als artikel 8 bestempeld zijn, of gaan worden komende maand. Dit naar aanleiding van meer interpretatie vanuit de EC dat 100 procent van de beleggingen duurzaam moeten zijn, wat bevestigd is door de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Het aanpassen van de prospectus is een intensief traject dat maanden kan duren en in januari moeten fondsen ook voldoen aan de level 2-vereisten met gedetailleerdere annexes. Daarom worden de aanpassingen van artikel 9 naar artikel 8 voornamelijk in het tweede helft van 2022 gedaan, zodat de prospectus in een keer aangepast kunnen worden. Het is dus niet zo dat assetmanagers hun classificatie aan gaan passen naar aanleiding van het onderzoek.
Op 1 december publiceerde Investment Officer een artikel over The Great Green Investment Investigation van Follow the Money en Investico. Ook legde Investment Officer de AFM enkele vragen voor. Heb je vragen of wil je meer weten? Stuur een mail naar Ivan aan den Toorn, policy advisor sustainability bij DUFAS.