De werkgroep wordt voorgezeten door ING, en bestaat uit meer dan 80 marktparticipanten. De groep werkt nu aan aanbevelingen voor EURIBOR-terugvalopties. Daarover zijn er net twee publieke consultaties gelanceerd die Marjolein de Jong-Knol (global benchmarks officer bij ING en adviseur voor de voorzitter) hieronder kort toelicht. “Het gebruik van EURIBOR is wijdverspreid in de markt. Daarom is het belangrijk dat alle typen marktparticipanten laten horen wat ze van de voorstellen vinden, van consument tot professionele marktpartij", aldus Marjolein.
“De werkgroep is opgericht in februari 2018. Het doel van de werkgroep was allereerst om aanbevelingen te doen voor een vervanger van EONIA: de nieuwe €STR. Hierover heb ik vorig jaar in een bijeenkomst voor DUFAS-leden een en ander toegelicht. Op 23 november dit jaar heeft de werkgroep de voorstellen voor EURIBOR-terugvalopties gepubliceerd.”
“Sinds het LIBOR-schandaal in 2012, werken benchmarkaanbieders, contribuanten en gebruikers nauw samen met wetgevers en toezichthouders om referentierentes te hervormen of om hier alternatieven voor te vinden. Uit deze hervorming is gebleken dat per 1 januari 2022 de belangrijke referentierentes EONIA en LIBOR zeer waarschijnlijk ophouden te bestaan. Voor EURIBOR verwachten we dat deze zal blijven bestaan. Maar het is voor entiteiten die onder toezicht staan wettelijk verplicht om terugvalopties op te nemen in hun contracten, om te waarborgen dat contracten kunnen continueren, voor het geval een referentierente alsnog vervalt.”
“EURIBOR zit diepgeworteld in de financiële wereld, niet alleen in contracten maar ook in systemen voor bijvoorbeeld het waarderen van contracten. Hoewel EURIBOR vooralsnog niet verdwijnt, is het wel goed om na te gaan wat de impact zou zijn als deze belangrijke referentierente verdwijnt. En zijn de aangedragen voorstellen van de werkgroep, die momenteel geconsulteerd worden, een bruikbaar alternatief?”
De deadline om te reageren op de consultaties van de werkgroep is 15 januari 2021 om 17:00 uur. Aan het einde van het eerste kwartaal 2021 wordt publicatie van de finale aanbevelingen verwacht. Bekijk de consultaties: