De FBI is een fiscale regeling voor een beleggingsfonds, het is een zogeheten 'fiscaal regime'. De FBI is voor de particuliere belegger aantrekkelijk voor het beleggen in aandelen, onder andere omdat een dubbele belastingheffing wordt voorkomen. Hoe werkt dat? Dat leggen we hieronder uit.
Voorkomen dubbele belastingheffing
De particuliere belegger betaalt inkomstenbelasting over zijn beleggingen. Daarnaast houden landen ook een bronbelasting in op het dividend. Deze particuliere beleggers mogen die landen verzoeken om die extra bronbelasting te beperken tot de tarieven die zijn opgenomen in de belastingverdragen die Nederland met allerlei landen heeft gesloten. Het restant mogen ze verrekenen met hun inkomstenbelasting, waarmee een dubbele belastingheffing voorkomen wordt. Deze dubbele belastingheffing zou anders door een gemist ‘rente-op-rente effect’ een grote impact hebben op het te behalen eindvermogen.
Fondsbeleggen, gespreid en kosten-efficiënt
De FBI zorgt ervoor dat fondsbeleggen fiscaal niet nadeliger is dan rechtstreeks beleggen. Want ook de FBI, als fonds, mag gebruikmaken van deze belastingverdragen om bronbelasting te beperken. En het restant aan bronbelasting mag de FBI onder voorwaarden ook verrekenen met de dividendbelasting op haar verplichte dividenduitkering aan de deelnemers. Zo blijven de voordelen, zoals beleggen met spreiding, toegang krijgen tot beleggingsmarkten en professioneel beheer, van fondsbeleggen in stand terwijl de uitkomst (de opbrengst) voor de particuliere belegger gelijk is in vergelijking met rechtstreeks beleggen.
De FBI wordt om die reden ook gebruikt door institutionele beleggers, zoals verzekeraars en pensioenfondsen, bij het beleggen van vermogen om hun verplichtingen aan particulieren na te komen. Daarom geldt voor de FBI een vennootschapsbelastingtarief (VPB) van 0% en wordt uitstel van belastingheffing voorkomen door de eis dat elk jaar de belastbare winst als een belast dividend aan participanten wordt uitgekeerd.
De FBI werd ingevoerd in 1969 (invoering Wet op de vennootschapsbelasting) en moest het voor de (kleine) spaarder aantrekkelijk maken om via een fonds samen met andere beleggers veilig en gespreid te kunnen beleggen. Sinds 1969 is de wereld flink veranderd, evenals de fiscale wereld. Jaarlijks zijn er wijzigingswetten en -regelingen.
In de afgelopen 50 jaar hebben Nederlandse beleggingsinstellingen een belangrijke maatschappelijke rol vervuld. Zij beheren vooral vermogen dat Nederlanders nodig hebben voor later, bij het behalen van de pensioenleeftijd. Aangezien het overgrote deel van deze instellingen uit Nederlandse retail-beleggingsfondsen met een FBI-status bestaat, hebben zij het voor Nederlandse particulieren mogelijk gemaakt om laagdrempelig, gespreid en kosten-efficiënt te kunnen beleggen, in lijn met het oorspronkelijke uitgangspunt uit 1969. De FBI past goed in de huidige tijdgeest waarin de Europese Commissie oproept om mensen te stimuleren om spaargeld om te zetten naar de kapitaalmarkt. Hierbij staat de kapitaalmarkt voor 'op lange termijn investeren en beleggen'. In deze periode van lage rente en hoge inflatie is het voor veel mensen noodzakelijk om hun vermogen via lange termijn beleggingsoplossingen te laten groeien. Zowel deelnemers in pensioenfondsen als verzekerden als retail-beleggers kunnen profiteren van het succes van de FBI. De FBI-beleggingsfondsen voorzien in die behoefte, doordat men via een FBI op een gespreide en kosten-efficiënte manier kan beleggen.
De FBI biedt geen voordeel voor de fondshuizen zelf. Al het voordeel van dit fiscale regime is voor de deelnemers in het beleggingsfonds. Door de lagere kosten houden zij een hoger rendement over. Nederlandse FBI-beleggingsfondsen zijn voor Nederlandse beleggers dan ook een stuk aantrekkelijker dan buitenlandse fondsen.
Dit artikel is bedoeld als beknopt overzichtsartikel van de effecten-FBI en pretendeert geen volledigheid op fiscaal of juridisch gebied. Aan dit artikel kunnen geen rechten worden ontleend. Dit artikel bevat geen beleggingsadvies. Voorjaar 2022.